Veldbus of analoge interface?
Om de VLT® HVAC Drive FC 102 te integreren in bestaande gebouwbeheersystemen, zoals in dit geval de airconditioning/koeling van het NTT-datacenter in Frankfurt am Main, wordt de Danfoss frequentieregelaar geleverd met een verscheidenheid aan mogelijke interfaces of protocollen. Zo kan het naadloos worden geïntegreerd in bestaande oplossingen of kan worden gekozen uit alle communicatiestandaarden die gangbaar zijn in de industrie en de gebouwautomatisering.
NTT gebruikt twee verschillende oplossingen in haar toepassing. De verantwoordelijken vertrouwen op een Modbus TCP interface voor de integratie van de VLT® HVAC Drive. in het gebouwbeheersysteem voor het koelen van alle kamers, maar vooral de servers. Hierdoor kan het systeem alle gegevens van aangesloten sensoren en de status van de apparaten controleren.
Veldbus - eenvoudige integratie in gebouwbeheersystemen
De veldbusverbinding is zeer eenvoudig te beheren, omdat de HVAC Drive al in de fabriek kan worden besteld met de Modbus TCP-veldbusmodule in slot A en vervolgens eenvoudig in het systeem kan worden geparametriseerd. Het voordeel hiervan is dat de frequentieregelaar bij een stroomonderbreking via een 24 V gelijkstroomvoeding kan worden ondervraagd en bewaakt, zolang deze 24 V voeding beschikbaar is. Bovendien kan NTT bij een wijziging van de veldbustechnologie de frequentieregelaars gewoon blijven gebruiken door de veldbusmodule te vervangen. In aanvulling op Modbus TCP:
- PROFIBUS DP
- DeviceNet
- LonWorks
- BACnet
- PROFINET
- EtherNet/IP
- BACnet/IP
Met behulp van deze veldbussen kan de VLT® HVAC Drive dan ook als knooppunt fungeren en gegevens van op de interfaces aangesloten sensoren, zoals PT-1000 kamertemperatuursensoren, naar het regelsysteem verzenden. Dit bespaart extra hardware.
Analoge en digitale in- en uitgangen - Interfaces met de buitenwereld
De ogen, oren en sensoren, zogezegd, zijn de interfaces van de VLT® HVAC Drive FC 102. Daarmee maakt hij contact met zijn directe omgeving door middel van sensoren of actuatoren. Er zijn twee analoge ingangen beschikbaar, die geschikt zijn voor signalen van 0..10 V of 0/4..20 mA, vijf digitale ingangen die kunnen worden geconfigureerd voor diverse functies, en twee digitale interfaces die afhankelijk van de programmering ingangen of uitgangen kunnen zijn.
NTT gebruikt een van de analoge ingangen in het systeem om het setpointtoerental van de frequentieregelaar op te geven. Dit resulteert in een signaal van 0..10 V wordt gebruikt om de snelheid nauwkeurig in te stellen. Deze specificatie is ook mogelijk via de veldbus, maar in geval van een fout biedt de analoge specificatie de mogelijkheid om de functionaliteit – d.w.z. het binnenkomende signaalniveau – snel te controleren met eenvoudige meetapparatuur, om vervolgens passende maatregelen te nemen. De functies van de afzonderlijke interfaces kunnen worden geconfigureerd en aangepast aan de eisen in de verschillende, overzichtelijke parametergroepen, hetzij rechtstreeks in de regelaar, hetzij met behulp van de PC-gebaseerde software VLT® Motion Control Tool MCT 10.
Remweerstand, relais en seriële communicatie
Naast de analoge en digitale in- en uitgangen zijn er nog meer aansluitingen beschikbaar. Dit omvat de aansluiting voor een remweerstand, een RS485 interface die ook de interne protocollen van de FC 102 verwerkt, een analoge uitgang voor 0/4..20 mA alsmede twee omschakelrelais.
Met al deze interfaces, die via verdere modules voor verschillende taken kunnen worden uitgebreid, kan de VLT® HVAC Drive ook zelfstandig taken overnemen als stand-alone apparaten via de geïntegreerde intelligentie en zo externe kleine PLC-oplossingen overbodig maken. Dankzij de robuuste IP55-oplossing kan dit met name ook worden gerealiseerd op afgelegen locaties onder moeilijke omgevingsomstandigheden, aangezien het ook buiten kan worden geïnstalleerd zonder veel extra moeite.
